Deuteronomium 2:19

SVEn gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.
WLCוְקָרַבְתָּ֗ מ֚וּל בְּנֵ֣י עַמֹּ֔ון אַל־תְּצֻרֵ֖ם וְאַל־תִּתְגָּ֣ר בָּ֑ם כִּ֣י לֹֽא־אֶ֠תֵּן מֵאֶ֨רֶץ בְּנֵי־עַמֹּ֤ון לְךָ֙ יְרֻשָּׁ֔ה כִּ֥י לִבְנֵי־לֹ֖וט נְתַתִּ֥יהָ יְרֻשָּֽׁה׃
Trans.wəqāraḇətā mûl bənê ‘ammwōn ’al-təṣurēm wə’al-tiṯəgār bām kî lō’-’etēn mē’ereṣ bənê-‘ammwōn ləḵā yəruššâ kî liḇənê-lwōṭ nəṯatîhā yəruššâ:

Algemeen

Zie ook: Angst, Erfenis, Testament

Aantekeningen

En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

קָרַבְתָּ֗

En gij zult naderen

מ֚וּל

tegenover

בְּנֵ֣י

de kinderen

עַמּ֔וֹן

Ammons

אַל־

-

תְּצֻרֵ֖ם

beangstig

וְ

-

אַל־

-

תִּתְגָּ֣ר

die niet, en meng

בָּ֑ם

-

כִּ֣י

-

לֹֽא־

-

אֶ֠תֵּן

geven

מֵ

-

אֶ֨רֶץ

met hen niet; want Ik zal van het land

בְּנֵי־

der kinderen

עַמּ֤וֹן

Ammons

לְ

-

ךָ֙

-

יְרֻשָּׁ֔ה

geen erfenis

כִּ֥י

-

לִ

-

בְנֵי־

kinderen

ל֖וֹט

dewijl Ik het aan Lots

נְתַתִּ֥יהָ

gegeven heb

יְרֻשָּֽׁה

ter erfenis


En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!